In september 2017 heeft Het Steenders Landschap in samenwerking met de Historische Vereniging Steenderen, een bord geplaatst bij het restant van het ‘Hooge bosch’. Het restant bestaat uit een laatste houtwal bij het voetbalveld. Het bord is bedoeld om de herinnering aan dit indrukwekkende bos in stand te houden en het verhaal van de mensen die daarvan leefden.
De volgende tekst staat op het bord:
Hooge Bosch
Deze houtwal is het laatste restje van het ooit 15 voetbalvelden grote ‘Hooge Bosch’, een dennenbos met rondom een brede rand van eikenhakhout dat eeuwenlang tussen Steenderen en Bronkhorst heeft gelegen. Dit resterende stukje houtwal vertelt het verhaal van eekschillers en run, en van kwazen en schelhout.
Het hakhout werd elke 8 tot 12 jaar gekapt. De schors werd door eekschillers losgeklopt en verkocht aan handelaren. De schors werd vermalen tot ‘run’ voor de leerlooierijen. Eikenschors bevat namelijk veel looizuur. Het kaalgeklopte ‘schelhout’ was prima brandhout. De takkenbossen of ‘kwazen’ gingen naar bakkersovens en steenovens. De stobben liepen weer uit en konden honderden jaren oud worden. Vaak liet men een paar bomen staan voor balkhout, de zogenaamde ‘overstaanders’. Toen de run rond 1920 werd vervangen door chemische producten verviel de functie. De eikenhakhoutbossen verdwenen.
Ook van de rand van het Hooge Bosch is in de loop van de 20e eeuw steeds meer afgeknabbeld. Deze houtwal (rood op de kaart) is gespaard gebleven om het verhaal te vertellen van eekschillers en run, van schelhout en kwazen. Het is de bedoeling deze hakhoutwal weer net zoals vroeger eens in de 10 jaar te kappen.